Vitalina Varela
Recensie

Vitalina Varela (2019)

Een taaie zit, maar wel een knap gefilmde.

in Recensies
Leestijd: 3 min 41 sec
Regie: Pedro Costa | Scenario: Pedro Costa, Vitalina Varela | Cast: Vitalina Varela, Ventura, Manuel Tavares Almeida, Francisco Brito, Marina Alves Domingues, e.a.| Speelduur: 124 minuten | Jaar: 2019

In een interview dat ik ooit had met regisseur David Lammers stelde hij dat van het volkse Amsterdam-Noord uit zijn debuutfilm Langer Licht tien jaar later nog maar weinig over was. Steden veranderen nu eenmaal, soms sneller dan je zou willen. Daardoor creëert cinema onbedoeld tijdscapsules van plaatsen die naderhand veranderen of verdwijnen. Zo hoeft niemand er rouwig om te zijn dat het New York City van Taxi Driver niet meer bestaat, maar het is goed dat die film het (schrik)beeld van een twintigste-eeuws Sodom en Gomorra levend weet te houden. Het Portugese Vitalina Varela speelt zich af in de Lissabonse wijk Fontainhas, die inmiddels is afgebroken. Afgaand op de film is dat een goede zaak, want op deze deprimerende plek zou niemand moeten wonen. En toch voelt deze verdwijning enigszins zonde, want er zijn waarschijnlijk maar weinig locaties die zulke sfeervolle beelden opleveren.

Deze straatarme wijk fungeerde als toevluchtsoord voor Kaapverdische immigranten, die er een weinig hoopvol bestaan hadden. Vitalina Varela verkent dat gegeven door hier een kritische buitenstaander op te voeren. Titelfiguur Vitalina Varela (een gefictionaliseerde versie van de gelijknamige vertolkster; lekker verwarrend) belandt er na de dood van haar man, die jaren eerder hun gezamenlijke leven in Kaapverdië verruilde voor deze armoedige plek. Bij aankomst is haar echtgenoot reeds begraven, dus valt er voor haar weinig anders te doen dan in eenzaamheid rouwen in zijn bouwvallige woning. Uit haar mijmeringen wordt duidelijk dat dit krot in schril contrast staat met hun huis in Kaapverdië, maar toch wil ze van teruggaan niets weten. Na veertig jaar te hebben gewacht op een vliegticket naar Portugal is ze voornemens hier de rest van haar leven door te brengen. Is een leven in Europa dan toch echt te prefereren boven het Afrikaanse alternatief, ongeacht de omstandigheden?

Als er enige rechtvaardigheid bestaat, wordt Vitalina Varela zo snel mogelijk wereldwijd op filmacademies als verplicht kijkvoer voorgezet aan eenieder die de ambitie heeft professioneel een camera te bedienen. Elk shot is namelijk een masterclass van filmen met minimale belichting. Nagenoeg de gehele film speelt zich af in het donkere gewelf waar slechts minieme beetjes licht binnensijpelen, en toch hoef je je nooit af te vragen waar je naar zit te kijken. Want waar donkere films uit Hollywood meestal bestaan uit onoverzichtelijke shots met vijf verschillende tinten donkergrijs, weet Vitalina Varela op uiterst indrukwekkende wijze het weinige licht prachtig te laten contrasteren met de duisternis. Zelfs wanneer de lichtbron in het shot even wordt geblokkeerd, blijft in de ogen van de hoofdrolspeelster een spoortje licht zichtbaar. Vooral knap wanneer je bedenkt dat acteurs met een donkere huidskleur zich in duistere omgevingen niet gemakkelijk op een goed zichtbare manier laten filmen.

Die uitgekiende clair-obscur verklaart mogelijk de grote hoeveelheid statische shots. Belichting is namelijk een stuk lastiger wanneer de camera beweegt. Maar noodgedwongen of niet, het gebrek aan beweging geeft de film een zekere rust die gaandeweg onder de huid kruipt en uitmondt in een gevoel van gevangenschap. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is hoe de shots gevuld worden. Met een beeldratio van 1.33:1 is Vitalina Varela al tamelijk knus, maar regisseur Pedro Costa weet zijn beelden bijna vierkant te maken door de zijkanten te vullen met nog meer schaduw en duisternis. Het resulteert in een stijl die zich misschien wel het best laat omschrijven als sleutelgatcinema. De labyrintische steegjes van Fontainhas worden er zo mogelijk nog beklemmender door.

Het is echter de vraag of dergelijk technisch vernuft voldoende is om de aandacht van de kijker te kunnen vasthouden. Vitalina Varela is namelijk een typisch gevalletje slow cinema, waarin niet bijster veel gebeurt en het drama zich vooral tussen de regels voltrekt. Daarnaast draaft Costa soms iets te veel door in zijn fascinatie voor Fontainhas, waar hij al drie keer eerder een film aan wijdde. Zo duurt het een stevige tien minuten voor het titelpersonage de film betreedt. Die tijd wordt louter gevuld met sfeerimpressies van Fontainhas die er in principe best mogen zijn, maar losstaan van het hoofdpersonage. Aangezien zij de resterende speelduur op deze plek doorbrengt, had de film aldus prima zonder deze uitgebreide proloog gekund. Aan de andere kant: van een film die mikt op gevoel van gevangenschap is het misschien wel gepast dat hij de kijker net wat langer binnenhoudt dan eigenlijk nodig is.