Nymphomaniac (I)
Recensie

Nymphomaniac (I) (2013)

Alle ophef blijkt nogal overtrokken bij het zien van de nieuwe Von Trier. De film bevat voor een drama over een nymfomane ondanks confronterend naakt opvallend weinig expliciete seks.

in Recensies
Leestijd: 3 min 37 sec
Regie: Lars von Trier | Cast: Charlotte Gainsbourg (Joe), Stellan Skarsgård (Seligman), Stacey Martin (jonge Joe), Shia LaBeouf (Jerôme), Christian Slater (Joes vader), Connie Nielsen (Joes moeder), Uma Thurman (Mrs. H.), Sophie Kennedy Clark (B), Willem Dafoe (L), Jamie Bell (K), e.a. | Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2013

Om maar meteen met de deur (en conclusie) in huis te vallen: voor het relaas van een jonge vrouw met een onstilbare zin in seks bevat Nymphomaniac (I) verrassend - of wellicht voor sommigen teleurstellend - weinig seks. Deze slotsom is tekenend voor het recente werk van Lars von Trier. Naast het maken van krachtige films is het enfant terrible van de Deense cinema namelijk vooral goed in het veroorzaken van relletjes en het creëren van veel ophef over niets. Bij het in tweeën geknipte Nymphomaniac ging het gedoe over de expliciete seks, waarbij de intieme delen van pornoacteurs op die van hun Hollywoodcollega's waren geplakt. Von Trier is een meester in het spelen met de aannames van een sensatiebelust arthousepubliek. Vergeleken met zijn indringende en beklemmende Antichrist is Nymphomaniac (I) echter maar een tamme bedoening.

Het begin van Von Triers 'dagboek van een nymfomane' is nog wel zo ongemakkelijk. Na het verschijnen van de titel blijft het beeld net een tikkeltje te lang op zwart staan. Maken we ons hier op voor een nare doch onvergetelijke ervaring met onuitwisbare indrukken? De camera glijdt vervolgens wonderschoon over de details van een binnenplaats, waar de volwassen vrouw Joe bewusteloos op de grond ligt. Dan wordt het stilzwijgen doorbroken en schalt Rammstein door de speakers. Als voorbijganger Seligman haar van de straat raapt en een kop thee met melk aanbiedt, voelt de vrouw voldoende vertrouwen om haar levensgeschiedenis uit de doeken te doen. In de voor de Deense cineast kenmerkende hoofdstukken komen we in flashbacks meer over Joe en haar seksuele escapades te weten. Seligman doet vervolgens zijn uiterste best om er een intellectueel sausje overheen te gieten. Hij sleept er van alles bij, variërend van vliegvissen tot de Fibonacci-getallen en Bach.

Het valt Von Trier te prijzen dat hij een niet al te voorspelbare koers heeft gevaren. Hij zoekt namelijk niet de grenzen tussen speelfilm en ordinaire porno op. Dit is echter wel een beetje de verwachting die hij heeft gewekt in de aanloop van het verschijnen van zijn tweeluik. Hoe gemakkelijk dit ook was geweest; het was wel interessant om te zien wat Von Trier ervan gebrouwen zou hebben. Zijn nymfomane Joe krijgt verrassend veel dimensies mee. Zo ziet ze haar diverse bedpartners als één grote minnaar en is ze al vanaf jongs af aan seksueel geïnteresseerd. Het is te simpel om een nymfomaan te beschouwen als immer geile veelvraat die er wel pap van lust. Met haar beste vriendin verkent Joe de grenzen van haar lust, sluit als puber weddenschapjes af wie de meeste kerels in een trein kan scoren, maar voelt hierbij ook dikwijls een immens schuldgevoel. Met haar lovers voelt ze vaak iets bijzonders en ze ziet haar mannen dan ook allerminst als wegwerpvoorwerpen. Het afgezaagde beeld van een onverzadigbare, zedenloze vrouw wordt flink onderuit gehaald.

Maar het omgeven van zijn hoofdpersoon met persoonlijk drama roept, net als Seligmans vage theorietjes, flinke pretenties op. Juist op het dramatische vlak stelt Von Trier ons teleur. Hij ruimt behoorlijk wat tijd in voor een op papier sterke confrontatie tussen Joe en de vrouw van één van haar minnaars. Met kids en al staat ze op de stoep om verhaal te halen. Maar Joe is onverschillig en wat enorm had kunnen knallen verzandt in een tergend langzame en ietwat suffe aanvaring. Het eerste Nymfomaniac-deel is niet verschoond van confronterend naakt en close-ups van geslachtsdelen. Wat we eruit op kunnen maken is dat het leven van een nymfomaan niet over rozen gaat en vooral enorm veel planning en geregel vergt, wil je zeven à acht kerels per dag afwerken. Von Triers nieuwste gaat gebukt onder een gekunstelde opzet, waaraan de maker zich krampachtig vastklampt. De Fibonacci-cijfers drie en vijf komen zelfs in het aantal hoofdstukken van de twee delen terug. De afsluiter, die begin januari verschijnt, belooft er nog een schepje bovenop te doen. Lars von Trier heeft alleen wel wat goed te maken. De echte diehard bij wie de lust nog niet vergaan is, kan zich ook nog wagen aan een versie van vijfenhalf uur.